MARITIEME WERKTUIGKUNDE |
Hoogleraar: prof.ir. J. Klein Woud
Dit hoofdvak betreft het
ontwerpen, installeren en operationele gebruik van werktuigkundige en elektrische
installaties aan boord van schepen en andere maritieme objecten. Hierbij is vooral het
integratieaspect van de componenten (werktuigen, elektrische machines, meet- en
regelsystemen) tot een goed werkend en betrouwbaar systeem van belang.
Technische en economische aspecten zoals betrouwbaarheid, veiligheid, onderhoudbaarheid
alsmede aanschaffings- en operationele kosten spelen een belangrijke rol.
Kennis van het gedrag van de afzonderlijke componenten zoals motoren, pompen,
compressoren, warmtewisselaars en elektrische machines is daarvoor noodzakelijk. Het gaat
hierbij in eerste instantie niet om de constructieve aspecten, maar om de karakteristieke
eigenschappen, die bepalen hoe de componenten toegepast moeten worden, wat het dynamisch
gedrag zal zijn en welke regelingen gewenst zijn.
Studenten die het hoofdvak
Maritieme Werktuigkunde kiezen, dienen in overleg met de afstudeerhoogleraar een
vakkenpakket samen te stellen met een omvang van 28 studiepunten.
Dit vakkenpakket is als volgt onderverdeeld:
Aanbevolen keuzevakken en -oefeningen:
Vakcode | Vaknaam | College-uren |
Stp. |
a84A | Risico-analyse + practicum | 0/0/2/2 |
2 |
wi212 | Numerieke analyse C1 (2/2/0/0 of 0/0/2/2) | 2/2/2/2 |
3 |
a240 | Expertsyst. In een techn. omgeving + practicum | 0/2/2/0 |
3 |
a67A | Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen | 0/0/0/3 |
1,5 |
a94 | Toegepaste statistiek B | 0/0/2/2 |
2 |
c31-N | Voortgezette thermodynamica | 0/0/2/2 |
2 |
et13-31 | Electrische machines + practicum | 0/0/3/0 |
2,5 |
et13-34 | Draaistroommachines + practicum | 0/0/0/3 |
2,5 |
lr96 | Onderhoudstechnologie | 0/0/2/2 |
2 |
wb1320 | Stroming en warmte-overdracht 2 | 0/0/2/2 |
2 |
wb1330 1) | Ontwerpleer 3G | 0/0/2/0 |
1 |
wb2300/5 | Systemen, signalen, stochastiek | 0/0/4/0 |
3 |
wb2301/5 | Systeemidentificatie A | 0/0/0/4 |
5 |
wb2302/5 | Regeltheorie + practicum | 0/0/4/0 |
5 |
wb2303 | Meettechniek | 0/0/2/2 |
2 |
wb2308 1) | Ontwerpleer 3H | 2/0/0/0 |
3 |
wb2306 | Cybernetische ergonomie | 0/0/0/4 |
2 |
wb2402 | Hydraulische besturingen | 2/2/0/0 |
2 |
wb2403/5 | Systeemidentificatie B | 4/0/0/0 |
5 |
wb2404/5 | Mens-machine systemen | 2/2/0/0 |
3 |
wb2405/5 | Modelvorming van processystemen + practicum | 4/0/0/0 |
2 |
wb3300/5 1) | Ontwerpleer 3D | 0/0/2/0 |
1,5 |
wb3406A/5 | Transsporttechniek A | 2/2/0/0 |
2,5 |
wb3406B/5 | Transsporttechniek B | 0/0/2/2 |
2,5 |
wb3407A/5 | Logistiek: introductie | 0/0/2/2 |
2,5 |
wb4301B | Inleiding zuigerverbrandingsmotoren | 0/2/0/0 |
1 |
wb4302/5 | Thermodynamische aspecten bij energie-omzettingen | 0/0/4/0 |
3 |
wb4405 | Brandstofconversie | 0/0/2/2 |
2 |
wb4408A/5 | Dieselmotoren A | 0/0/2/2 |
3 |
wb4408B/5 | Dieselmotoren B | 2/2/0/0 |
3 |
wb4409A | Gasturbines A | 2/0/0/0 |
1 |
wb4409B | Gasturbines B | 0/2/0/0 |
1 |
wb4409C | Gasturbines C | 0/2/0/0 |
1 |
wb4410A | Koudetechniek A1 | 0/0/2/2 |
2 |
wb4410B | Koudetechniek A2 | 2/2/0/0 |
2 |
wb4411 | Koudetechniek B | 2/2/0/0 |
2 |
wb4412/5 | Klimaatregeling A | 0/0/2/2 |
3 |
wb4413 | Klimaatregeling B | 2/2/0/0 |
2 |
wb4414 | Roterende stromingsmachines | 0/0/0/4 |
2 |
ide543 | Ontwerpleer 2 | 0/0/2/2 |
2 |
wb5301 1) | Ontwerpleer 3A | 2/0/0/0 |
1 |
wb5302 1) | Ontwerpleer 3B | 0/0/2/0 |
1 |
wb5303 | Inleiding tribotechniek | 4/0/0/0 |
2 |
wb5306 | Inleiding CAD (practicum 10 x 2 uur) | 2/0/0/0 |
1 |
wb5415/5 | Onderhoudsmanagement | 2/2/0/0 |
2 |
x1 | Inleiding offshore technologie | 0/0/3/3 |
3 |
1) 1
van deze vakken te kiezen
Het afstuderen bestaat uit een scriptie en een ingenieursopdracht,
gezamenlijk een studielast van 42 punten. Vrijwel altijd zullen deze opdrachten in
samenwerking met een bedrijf (ingenieursbureau, werf, research-instelling) worden gedaan.
Indien de scriptie en/of ingenieursopdracht in het bedrijfsleven wordt uitgevoerd, is de
verplichte stage van 14 studiepunten hiermee te combineren. De beide opdrachten zullen bij
voorkeur hetzelfde onderwerp betreffen, waarbij de scriptie veelal oriënterend van
karakter zal zijn en de ingenieursopdracht een verdere uitwerking van een bepaald aspect
zal zijn. Deze laatste opdracht dient in belangrijke mate zelfstandig uitgevoerd te
worden.