Vakcode: mt822
Vaknaam: Constructie en sterkte 1

Het betreft een College
TUD studiepunten: 2,5
ECTS studiepunten: 4
Faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek
Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden:
Scheepsconstructie, offshore-constructies, constructief ontwerp, conceptueel ontwerp, belastingen, quasi-statische responsies, lateraal belaste plaatvelden, elasto-plastische berekeningen, knik van plaatvelden en verstijvers, draagkracht, ontwerpfilosofie

Cursusjaar: 2
Dimester: 0/0/4/2
Coll.uren p/w: 2/4
Andere uren: -
Toetsvorm: Schriftelijk
Tentamenperiode: 4,5
(zie jaarindeling)
Voorkennis: mt800, mt824, wb1100, mk1a, mt700
Wordt vervolgd door: mt823, mt825, mt826, mt812, mt110
Uitgebreide beschrijving van het onderwerp:
Het college plaatst het constructief ontwerp binnen het totale ontwerpproces van schepen en offshore-constructies. De ontwikkeling en achtergronden en de betekenis hiervan voor de verdere ontwikkeling van het vakgebied worden toegelicht.
Uitgaande van de verschillende taken van de constructie en de algemene beschouwing van de sterkte en stijfheid, zowel (quasi-)statisch als dynamisch, zowel deterministisch als stochastisch beschouwd, worden de fundamentele aspecten behandeld van het conceptueel ontwerp van de constructie. Dit alles mede in het licht van economische en fabricagetechnische randvoorwaarden.
Om analyse van het concept mogelijk te maken, wordt het gedrag van staven, balken en plaatvelden, zowel verstijfd als onverstijfd, behandeld. De respons wordt afgeleid op de verschillende belastingsvormen die mogelijk zijn. Modellering van een complexe constructie teneinde deze toegankelijk te maken voor numerieke analyse wordt vervolgens besproken. Hierbij worden de voor- en nadelen van verschillende analysemethodieken besproken. Veel aandacht wordt gegeven aan de onderling verbinding tussen constructie-elementen en deelconstructies. Tenslotte worden de constructiematerialen met hun voor- en nadelen besproken.
College materiaal:
Collegediktaat
Referenties vanuit de literatuur:
  • J.R. Paulling: Strength of Ships, in E.V. Lewis (ed.): Principles of Naval Architecture, 2nd ed., ISBN 0-939-773-00-7
  • D.W. Chalmers: Design of Ships' Structures, HMSO London, 1993, ISBN 011 772717 2.
  • O.F. Hughes: Ship Structural Design, SNAME, 1988, ISBN 0-939773-04 X.
  • K.J. Rawson, E.C. Tupper: Basic Ship Theory, part 1, 4th ed., Longman.
  • R. Taggart (ed.): Ship Design and Construction , SNAME, 1980, ISBN 0-9603048-0-0.
Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.):
Bij het vak hoort een afzonderlijk omschreven practicum in het laboratorium voor Scheepsconstructies.
Doel:
Het doel van het college is alle toekomstige scheepsbouwkundig ingenieurs inzicht bij te brengen in de achtergronden en het gedrag van scheeps- en offshore-constructies, hen te leren een verantwoord constructief concept op te zetten, de invloed van materiaalkeuze, fabricagefactoren en andere randvoorwaarden duidelijk te maken en aan hen de belangrijkste responsanalyse-methoden bij te brengen.
Computer gebruik:
Geen computergebruik bij de colleges, wel bij de oefeningen, waar de computer gebruikt wordt bij de bepaling van verbanddelen (CAD).
Practicum:
In het laboratorium worden proeven gedaan om materiaaleigenschappen te bepalen,het spanningsverloop in een plaat vast te stellen en het torsiegedrag van een balk met open doorsnede te bepalen.
Ontwerp component:
De gehele cursus betreft het ontwerpen van scheeps- en offshore-constructies. Ongeveer een kwart betreft het conceptueel ontwerp, overigens het controleren van het ontwerp middels responsanalyse en de invloed van andere factoren op het ontwerp.
Percentage ontwerponderwijs: 75%