3e (2e helft), 4e en 5e cursusjaar Werktuigbouwkunde |
De hoofdvakprogramma's dienen aan de volgende vormeisen te voldoen:
1.1. |
Omvang programma | 105 studiepunten |
1.2. |
Omvang vakken | >=42 studiepunten |
1.3. |
Omvang opdrachten | >=30 studiepunten |
1.4. |
Omvang stage | 10 studiepunten |
2.1. |
Omvang Wiskunde/Informatica vakken | >=6 studiepunten |
2.2. |
Omvang Maatschappijvakken | >=6 studiepunten |
3.1. |
Omvang Fundamentele Wb-vakken | >=6 studiepunten |
3.2. |
Omvang Ontwerp/constructie vakken | >=6 studiepunten |
4.0. |
Door de student kunnen maximaal 8 studiepunten van vakken uit de volgende lijst worden opgevoerd: wi212, wb2300/5, wb5202, wb5306, wb1320, wb1330, wb2308, wb3300/5, wb5301, wb5302, en de 3e jaars ontwerpoefening. De vakken dienen te zijn behaald voordat aan de eisen voor toelating tot het hoofdvak (=behalen D1-examen) is voldaan. De opgevoerde vakken worden bij de toetsing aan de vormeisen door de examencommissie betrokken. |