Hoogleraar: prof. ir. J. Klein Woud, prof.ir. D. Stapersma
Inlichtingen: ir.ing. H.T. Grimmelius

Beschrijving van de specialisatie:

Deze specialisatie betreft het ontwerpen, installeren en operationele gebruik van werktuigkundige en elektrische installaties (aan boord van schepen en andere maritieme objecten).

Hierbij is vooral het integratie-aspect van componenten (werktuigen, elektrische machines, meet- en regelsystemen) tot een goed en betrouwbaar werkend systeem van belang. Technische en economische aspecten zoals betrouwbaarheid, veiligheid, onderhoudbaarheid alsmede aanschaffings- en operationele kosten spelen een belangrijke rol. Kennis van het gedrag van de afzonderlijke componenten, zoals motoren, pompen, compressoren, warmtewisselaars en elektrische machines is daarvoor noodzakelijk. Het gaat hierbij in eerste instantie niet om de constructieve aspecten maar om de karakteristieke eigenschappen, die bepalen hoe de componenten toegepast moeten worden, wat het dynamisch gedrag zal zijn, welke regelingen gewenst zijn.

De 3e-, 4e- en 5e-jaarsstudie omvat:

(Voor studenten die volgens het 4-jarige programma afstuderen: zie W-patroon 95/96)

Een vakkenpakket plus oefeningen van 49 studiepunten in overleg met de docent samen te stellen, als volgt onderverdeeld:

• Minimaal 6 studiepunten wiskunde- en informaticavakken.

• Minimaal 6 studiepunten maatschappijvakken.

• Minimaal 6 studiepunten fundamentele Wb-vakken. Aanbevolen zijn wb1303, wb1320, tn371-3, wb2302/5 en wb2307.

• Minimaal 6 studiepunten ontwerp- en constructieve vakken. Aanbevolen ide543 en wb5306.

• 13,5 studiepunten verplichte vakken mt210, mt210p, mt211, mt212, mt213, mt213p, mt512 en et13-71 (zie bijgaande lijst).

• Een keuzevakkenlijst die mede vastgesteld kan worden in het kader van het latere afstudeeronderwerp en de belangstelling van de student. Het totale vakkenpakket dient een evenwichtige opbouw te hebben, dat wil zeggen een combinatie van fundamentele vakken (20 à 25 studiepunten: wiskunde, informatica, thermodynamica, mechanica, stromingsleer, elektriciteitsleer, regeltechniek), toepassingsvakken (14 à 20 studiepunten) en maatschappijvakken (8 à 10 studiepunten).

Een scriptie of ontwerpopdracht met een omvang van 4 studiepunten.
Een stage van 10 studiepunten. Indien de scriptie en ingenieursopdracht in het bedrijfsleven wordt uitgevoerd is het mogelijk de stage hiermee te combineren.
Een scriptie en een ingenieursopdracht met een gezamenlijke studielast van 42 studiepunten.

De scriptie en ingenieursopdracht zullen vaak in samenwerking met en bij het bedrijfsleven uitgevoerd worden.

De opdrachten kunnen betrekking hebben op: ontwikkelen/ontwerpen van een installatie, ontwerpmethodiek en/of gedeelte van een CAD-systeem, alsmede het uitvoeren van een onderzoek op gebieden als betrouwbaarheid, conditiebewaking, dynamisch gedrag van systemen, toepassing van kunstmatige intelligentie bij bediening en bewaking.

Verplichte vakken en oefeningen

Aanbevolen keuzevakken en -oefeningen

OPMERKINGEN:

¹⁾ Keuze van een onderdeel.