Bij onderzoek en onderwijs worden de kennis en vaardigheden van zowel werktuigbouwkundige- als van chemisch technologische ingenieurs toegepast, bijna altijd in projecten die samen met externe partners uit de apparatenbouw en de procesindustrie worden uitgevoerd. Daarbij kan worden gedacht aan toepassingen van thermodynamica, stromingsleer, massa- en warmtetransportverschijnselen, computational fluid dynamics, mechanica, vervaardigingstechnologie, materiaalkunde etc. Veel projecten zijn gedreven door de wens tot besparing van energie en grondstoffen.

De onderzoeksactiviteiten richten zich zowel op fysisch- en chemisch technologische aspecten, als op mechanische aspecten van apparaten en processen in de procesindustrie, met duidelijke aandacht voor opschaling. Studenten van de sectie Apparatenbouw worden in hun afstudeerfase in het lopend onderzoek ingezet, waarbij zoveel mogelijk met hun eigen voorkeur rekening wordt gehouden en waarbij ook een eigen verantwoordelijkheid in het project geldt. API streeft ernaar onderzoeksprojecten uit te voeren die door de projectpartners uit de industrie eveneens als belangrijk worden aangemerkt en waarbij de inbreng van API een duidelijke meerwaarde heeft. Projectpartners zijn o.a.: Kemira, Hydro Agri, Pannevis Solid Liquid Separation, Shell, Unilever, DSM, Stork Ketels, Akzo Nobel, DOW, Du Pont, Goudsche Machine Fabriek, het platform van de Nederlandse Procesindustrie en haar toeleveranciers (i.e. de apparatenbouwers, ingenieursbureau’s etc.) NAP, CDS, Feyecon, TNO en de ministeries van Economische Zaken en VROM. Momenteel wordt onderzoek gedaan aan nieuwe scheidingstechnologieën, kristallisatie, extractie, ionenwisseling, absorptie, strippen, membraanscheiding, vast/vloeistofscheiding, gas/vloeistofscheiding, superkritische technologie, object georiënteerd project engineering. "De fabriek van de toekomst" staat er uiteraard nog niet, maar daar staat een en ander voor op stapel bij API. 

Het multidisciplinaire karakter van API wordt ook weerspiegeld door de colleges die studenten werktuigbouwkunde voor de specialisatie Apparatenbouw voor de Procesindustrie volgen. De verplichte colleges wb4403, st301 en st310 beogen de werktuigkundige voldoende kennis van de fysische en chemische technologie bij te brengen om hem of haar een goede gesprekspartner van zijn of haar chemisch-technologische collega te maken. Deze colleges brengen een belangrijke en aantrekkelijke verbreding van de werktuigbouwkundige opleiding met zich mee.

Multidisciplinair werken wordt eveneens in de praktijk gebracht in de zogenaamde G-opdracht. Een team werktuigbouwkundige en chemisch-technologische studenten staat daarbij voor de taak op basis van een procesbeschrijving een fabriek samen te stellen uit procestechnische apparaten.