PT - BM - OK - IO - OM - MK |
Hoogleraren | Prof.ir. H. Bikker |
Prof.dr.-ing.habil B. Karpuschewski | |
Prof.dr.ir. K. van der Werff | |
Deeltijd hoogleraren | Prof.ir. H.A. Crone |
Prof.ir. K. Smit |
De betekenis van het
vakgebied "productie" wordt niet snel overschat. Kapitaalgoederen in
kleine tot middelgrote series en gebruiksgoederen in grote tot zeer grote
series vragen, om concurrerend te worden geproduceerd, in hoog tempo om
vernieuwing van de productie; bewerkingstechno -logisch, organisatorisch en
informatietechnologisch.
De markt dwingt tevens
tot een beter samenspel tussen en een betere integratie van deze hoofdaspecten.
Van uit dat perspectief is in 1998 de Sectie Productietechniek en Organisatie
opgericht. Veel kennis, opgedaan in wisselwerking met de industriële praktijk,
vindt tevens haar weg naar de technische dienstverlening.
Het werkterrein van de
Sectie, kortweg de Sectie PTO omvat werkzaamheden over het totale traject vanaf
Marketing naar Ontwerpen, Fabriceren, Materiaalvoorziening, Gereedschaps -
voorziening, Onderhoud, Assembleren tot en met After Sales Service en
Recycling. Hierbij worden een aantal klemtonen gelegd:
·
Ontwerpen voor “de
klant” d.w.z. dat het ontwerpen van producten en productiemiddelen met name
wordt bestudeerd vanuit de gezichtshoek van de concurrerende productrealisatie.
De dynamiek vanwege een steeds groeiend productassortiment speelt hierbij een
rol van betekenis.
·
Design for “Best
Practices” d.w.z. het zodanig inrichten van processen en systemen dat deze
voldoen aan de eisen die aan die specifieke industriële situatie moeten worden
gesteld. Het gaat daarbij met name om de keuze van de juiste technologie en
organisatievormen bij het ontwerptraject, de fabricage en de assemblage. Centraal
staat de uitdaging om de kwaliteit van de organisatie en de kwaliteit van het
werk op basis van bewerkingstechnologische, organisatorische en
informatietechnologische verbeteringen “in conditie te houden”. Vooruitstrevend
en sociaal verantwoord verder ontwikkelen van mechanisering en automatisering
is hierbij een belangrijk deel van dit gebied. Daarbij moet ook bij de
toenemende dynamiek “aangedragen vanuit de markt” de procesgang beheerst en het
gedrag van de productiesystemen binnen nauwe grenzen voorspelbaar blijven.
·
Ontwerpen voor “Klein
en Precies”. De snelle miniaturisatie
van producten stelt nieuwe eisen aan de nauwkeurigheid van tal van onderdelen
en daarmee aan het vervaardigen en assembleren daarvan. In combinatie met de
eisen vanwege productvariatie en de sterke variatie in productietempo leidt
“Klein en Precies” op belangrijke delen van het vakgebied tot vernieuwing. Het
in korte tijd kunnen produceren van grote tot zeer grote aantallen van bepaalde
producten en daarmee het daadwerkelijk bekorten van de “Time to market”, is
hierbij een specifieke uitdaging.
Het gaat bij de
geschetste ontwikkelingen en klemtonen én om verdieping van de Specialisaties
binnen PTO én om verdergaande samenwerking met andere vakgebieden als Design
Engineering en Systeem- en Regeltechniek én om de creatieve en systematische
integratie van bijdragen vanuit de deelgebieden tot “moderne
productiesystemen”, die de concurrentie in concrete bedrijfssituaties aan
kunnen. Samengevat gaat het bij de hoofdvakstudie om verdere Specialisatie,
ontwerpen en integreren en om technisch management.
Ontwerpen betreft
hierbij de productiemiddelen inclusief de benodigde software, de processen en
systemen in de primaire productieketen alsook de beheersing en de beheerste
innovatie daarvan. Specialisatie en integratie zijn als “schering en inslag”
terug te vinden én in het onderzoek-programma van de Sectie én in de
hoofdvakprogramma’s
Onderzoekprogramma thema ‘Het
voortbrengen van discrete producten”.
De sub-thema’s voor
het onderzoek zijn:
-
Nieuwe wijzen van snijdende
bewerkingen geschikt voor nieuwe materialen, verdergaande automatisering en
hoge precisie
-
Automatisering in de
assemblage in het gebied van middelgrote series waarbij aande flexibiliteit en
de productiviteit van de productiesystemen zeer hoge eisen worden gesteld;
-
Methoden en aanpakken voor het
verbeteren en beter ondersteunen van ontwerpen als proces (Design for X);
-
Methoden en “tools” voor het
beter en tegen lagere kosten kunnen beheersen van productiesystemen en van de
voortdurende vernieuwing en aanpassing daarvan.
Bij de keuze van
scriptie-onderwerpen, onderzoekopdrachten en afstudeeropdrachten zal vaak
aansluiting met één van deze sub-thema’s mogelijk zijn. Studenten en staf
werken daarbij nauw samen. Het schrijven van een wetenschappelijke- of
vakpublicatie op basis van een lopende opdracht wordt gestimuleerd en kan
rekenen op support van de staf. Komt het daarbij tot de presentatie van een
“paper” op een internationale workshop of een internationaal symposium of congres,
dan kan voor de daaraan verbonden reis- en verblijfskosten een aanvraag bij de
Sectie worden ingediend.
Het hoofdvakprogramma
van de Sectie PTO omvat 6 Specialisaties.
Dit betreft Productietechniek, (prof. Kals), Bedrijfsmechanisatie (prof.
Crone), Ontwerpkunde (prof. Van der Werff), Industriële Organisatie voor Wb en
LR (prof. Bikker) en Onderhoudsmanagement (prof. Smit). Elke Specialisatie is
toegankelijk voor TH-ingenieurs; zij volgen een specifiek TH-programma van 95 SP;
duur 2 1/4-2 1/2 jaar.
Verder kent de Sectie
een Engelstalige Masteropleiding “Production Engineering and Organisation”; 84
SP, duur 2 jaar. In het kader van de internationale uitwisseling studeren een
toenemend aantal buitenlandse studenten voor kortere of langere tijd bij de
Sectie. Voor het goede contact over en weer wordt alle hoofdvakstudenten
vloeiend spreken en schrijven van de Engelse taal sterk aanbevolen.
De verschillende programma’s voor de Specialisaties omvatten met elkaar de totale productiecyclus van opstellen marktwensen cq. specificaties voor producten en processen via het conceptueel ontwerpen tot en met service en onderhoud. Hierbij wordt in de verschillende Specialisaties genuanceerd ingegaan op drie niveaus van produceren in geïntegreerde productiesystemen of virtueel gegroepeerde systemen, productiedeelsystemen en bewerkingssystemen.
Voor
een gedetailleerd overzicht van het hoofdvakprogramma wordt verwezen naar het
aangehechte schema.
De structuur van het
hoofdvakprogramma voor de verschillende Specialisaties komt vergaand overeen.
Het omvat bij de start een aantal verplichte kernvakken, die door alle
hoofdvakstudenten worden gevolgd. Voor Onderhoudsmanagement, LR-studenten en
TH-studenten in de richting Ind. Org. en Ond. Management wordt daarvan
enigszins afgeweken; zie het overzicht “Vakkenpakket PTO” hierna.
Daarnaast worden per Specialisatie nog een aantal verplichte vakken en een aantal keuzevakken gevolgd, gericht op verdieping en verbreding binnen de gekozen Specialisaties;
Het eerste jaar van
het hoofdvakprogramma nemen alle studenten tevens deel aan de PTO-werkgroep, kortweg het PTO-Practicum (8
SP). Dit practicum loopt door over twee semesters (4x 6 wk).
Het
Practicum omvat: |
||
Oefeningen
in numerieke besturing; |
±
1 SP |
1e
sem. |
Theorie
en praktijk informatica; |
±
2 SP |
1e
sem. |
Voordrachten
over strategie van de Productie
(minimal zes volgen) |
|
|
Colloquia
voordrachten Staf en Studenten (minimaal
20 colloquia bijwonen) |
±
1 SP |
1e/2e
sem. |
Kernproject
zelfstandig op te zetten experimenteel
onderzoek of ontwerp |
±
3 SP |
2e
sem. |
Het PTO-practicum legt
de basis voor:
·
Een intensieve
kennismaking van PTO-studenten met elkaar en met de staf waarbij grondig kennis
wordt opgedaan van de verschillende mogelijkheden en de deskundigheid bij de
Sectie. Dit geldt ook voor de opstellingen in het PTO-lab. en de beschikbare
software.
·
Het integreren van
kennis en kunde op het vakgebied in de drie hoofdaspecten
bewerkingstechnologie, organisatie-ontwerp en bedrijfsvoering en
informatietechnologie.
·
Het vertrouwd raken met
experimenteel werk met betrekking tot “hardware”, software of een combinatie
van beide.
Voor het PTO-practicum
is de woensdag als vaste dag gekozen waarop staf en hoofdvakstudenten elkaar
treffen. Kandidaten kunnen twee keer per jaar instromen: per begin september en
tegen eind januari. De oefeningen zullen in groepjes van 2-4 studenten worden
uitgevoerd. Bij de colleges, de colloquia en de voordrachten door gastsprekers
treffen alle hoofdvakstudenten en de staf elkaar.
De opbouw van het
vakkenpakket en de PTO-werkgroep biedt Wb-studenten de mogelijkheid na één
semester het programma in de gekozen Specialisatie te hebben gevolgd met weinig
“extra’s” alsnog over te stappen naar
een andere Specialisatie.
Alvorens definitief
tot de Sectie PTO respectievelijk de werkgroep van het PTO-practicum te worden
toegelaten, mogen nog slechts drie vakken van het kandidaatsprogramma open
staan en maximaal voor twee vakken van het 2e en 3e
jaar een vijf zijn gescoord. Alle
oefeningen, projecten en opdrachten tot en met het 3e jaar moeten
zijn voltooid. Intussen kan vooruitlopend op de toelating worden begonnen met
de bestudering van de verplichte- en keuzevakken.
Samengevat is het
eerste jaar van het hoofdvakprogramma met name gericht op:
-
Verdere verdieping in relatie
tot het vakgebied en de gekozen Specialisatie;
-
Verdere integratie van de
hoofdaspecten op het vakgebied;
-
Via “learning by doing”
kennismaken met elkaar, met de staf,
met de faciliteiten en het netwerk van de Sectie en met experimenteel werken.
Vakken en Practicum
omvatten 40 SP.
Het tweede jaar ligt de klemtoon op het zelfstandig uitbouwen van
kennis en kunde in één van de
Specialisaties. Daarbij ligt de nadruk met name op:
-
Het analyseren van een
vraagstuk respectievelijk het formuleren van een specificatie van eisen;
-
Het kunnen kiezen en/of het
zelfstandig ontwerpen van aanpakken, methoden en middelen voor het oplossen van
ingenieursvraagstukken;
-
Het kunnen integreren van
kennis en kunde vanuit verschillende disciplines in relatie tot de gestelde
vraagstukken.
-
Het zich kunnen “bewegen” in de
bedrijfspraktijk waarbij met zeer verschillende mensen moet worden
samengewerkt. Het afstuderen vindt bij Bedrijfsmechanisatie, Industriële
Organisatie en Onderhoudsmanagement altijd in de praktijk plaats. Bij
Productietechniek en Ontwerpkunde kan het afstudeeronderzoek zowel in het
PTO-lab. als in de bedrijfspraktijk plaatsvinden.
Industriële
Organisatie IO
-
Werktuigbouwkunde Wb
-
lucht-en ruimtevaarttechniek
Lr.
Onderhoudsmanagement OM
Onderdeel in studiepunten |
PT
|
BM
|
OK
|
IO-wb
|
IO-lr
|
OM
|
Verplichte
kernvakken |
14 |
14 |
14 |
14 |
7 |
7 |
PTO-practicum |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
Verplichte vakken
Spec. |
5 |
8 |
8 |
8 |
13 |
17 |
Keuze vakken Spec. |
7 |
10 |
10 |
10 |
6 |
8 |
Stage 1) of Eerste
Bedrijfspracticum 2) |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
Onderzoekopdracht of
Scriptie 3) |
- |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
Gecombineerde scriptie en ontwerp/onderzoekopdracht 4) |
14 |
- |
- |
- |
- |
- |
Afstudeeropdracht |
26 |
26 |
26 |
26 |
32 |
26 |
Totaal in SP |
84 |
84 |
84 |
84 |
84 |
84 |
Opm. 1) Bij BM en OM te combineren met
afstudeeropdracht
Opm. 2) Bij IO-wb en IO-lr in de vorm van een Eerste Bedrijfspracticum in het 4e dimester.
Opm. 3)
Opm. 4)
Algemeen:
·
Iedere PTO-student
wordt geacht minimaal twee keer een colloquium te houden; één keer op basis van
zijn/haar scriptie of onderzoekopdracht en één keer over het
afstudeeronderzoek.
·
Als regel geldt dat met
een individuele onderzoekopdracht kan worden begonnen als 70% van de verplichte
vakken en het PTO-practicum zijn voltooid. Voor het kunnen beginnen met de
afstudeeropdracht moeten de verplichte- en keuzevakken en alle opdrachten
inclusief de literatuurscriptie of onderzoekopdracht zijn afgerond. Daarvan kan
slechts onder bijzondere omstandigheden in overleg met de afstudeerhoogleraar
worden afgeweken.
Productietechniek - hoogleraar: prof.dr.ir.H.J.J.Kals
De Specialisatie
Productietechniek richt zich op het totale vervaardigingtraject van discrete
producten. Hierin spelen de vervaardigings- en montageprocessen en de daarop
betrekking hebbende machines en gereedschappen de belangrijkste rol. Naast de
technische kennis hiervan is ook de kennis van de technische bedrijfsvoering,
van belang. Inspelend op de toenemende behoefte aan integratie van product- en
procesontwerp in de industrie, wordt aandacht besteed aan het fabricage- en
montagevriendelijk ontwerpen. Bij het ontwerpen van productiesystemen komen
naast de technische aspecten ook de aspecten informatieverwerking, economie,
organisatie, milieu en duurzaamheid aan de orde.
Een zwaartepunt binnen
de Specialisatie wordt gevormd door de flexibele automatisering van productiesystemen:
groepen van geautomatiseerde productiemachines, die worden bestuurd door
computers of netwerken van computers. Deze automatisering betreft zowel de
vervaardiging van onderdelen als de assemblage van onderdelen tot complete
producten. Productietechniek is een vak dat in sterke mate multidisciplinair
is.
Bedrijfsmechanisatie - hoogleraar: prof.ir.H.A.Crone
Slechts
een enkeling weet dat er per dag in 1 fabriek meer dan 20 miljoen bierflesjes
worden gemaakt.
Bedrijfsmechanisatie
houdt zich bezig met het ontwerpen van nieuwe en het analyseren en verbeteren
van reeds bestaande produktiemachines en –processen. Hiervoor is een grondige
kennis nodig van ontwerpen en van de beschikbare technische
middelen(besturingen, mechanische- en servo-gestuurde aandrijvingen, sensoren
en elektronische meetsystemen) en inzicht in de toepassingsmogelijkheden
noodzakelijk. Door middel van opdrachten voor en in het bedrijfsleven wordt
deze kennis getoetst en toegepast. De accenten liggen op het ontwikkelen van
computerondersteuning voor het creatieve ontwerpproces en op de synthese en
analyse van mechanismen en andere bewegende delen in een machine. Hiertoe zijn
binnen de Sectie diverse algoritmen en computerprogramma's ontwikkeld waarmee
het kinematische en dynamische gedrag van mechanismen voorspeld kan worden.
Ontwerpkunde - hoogleraar: prof.dr.ir.K.van der Werff
Het
ontwerpen van machines is een creatief proces waarbij het bedenken, evalueren
en vastleggen van oplossingen de belangrijkste activiteiten zijn. In de Ontwerpkunde
houden we ons bezig met de methodologie van het ontwerpen. Omdat de bestaande
methodologieën nogal abstract zijn, koppelen we onze onderzoeken zoveel
mogelijk aan situaties die in het bedrijf kunnen optreden.
De onderzoeken
c.q.
opdrachten hebben altijd betrekking op een deelgebied. Het kan betekenen dat je
een CAD-implementatie voor een bedrijf maakt, het kan ook zijn dat je een heel
nieuw ontwerpgereedschap maakt voor een bepaalde klasse van problemen.
Computers spelen een natuurlijke rol binnen deze Specialisatie.
Hoofdonderwerpen bij het afstuderen zijn: ontwerpberekeningen en
ontwerpprocedures, engineering databases, geometric modelling, modelbouw en
integratie van computerondersteund ontwerpen, fabriceren en plannen.
Het vakkenprogramma
voorziet in een noodzakelijke aanvulling op de toegepaste informaticakennis.
Industriële
Organisatie - hoogleraar: prof.ir.H.Bikker
Deze
Specialisatie leidt op voor het ontwerpen van bedrijfsprocessen en voor
organisatorische staf- en lijnfuncties vooral in de industrie.
De verplichte- en
keuzevakken geven, naast een aantal technische vakken, een kennisuitbreiding op
de gebieden van informatiesystemen, operations research, economie, sociologie,
psychologie en bedrijfskunde.
Het hoofddoel is de
student te leren een complex bedrijfsprobleem wetenschappelijk methodisch te
analyseren en daarna tot een aanvaardbare oplossing te komen. Er wordt vaak
gewerkt in kleine groepen en soms
individueel. Veel nadruk ligt daarbij op het leren ontwikkelen van modellen als
hulpmiddel voor de analyse van een gegeven organisatieprobleem. Tijdens de
praktijkstage, wordt geoefend in het zelfstandig ontwikkelen van modellen voor
de organisatiestructuur van een productieproces.
De afstudeeropdracht
wordt volledig besteed aan het individueel analyseren en zo mogelijk oplossen
van een reëel probleem in een bedrijf of organisatie in Nederland of, in
bepaalde gevallen daarbuiten.
Onderhoudsmanagement - hoogleraar: prof.ir.K.Smit
Het
gebied van de onderhoudskunde omvat:
a)
De inrichting en organisatie
van de onderhoudmanagementfunctie, in relatie tot de productie- of operationele
functie in industriële bedrijven. Primaire vraagstukken zijn het verbeteren van
de structurering en de beheersing van onderhoudsprocessen zoals de
onderhoudswerkstroom, grote onderhoudsprojecten, de inzet van contractors,
financieel beheer, het beheer van personeel en kennis en de
informatievoorziening voor de beheersing van deze processen.
b)
De
onderhoudstechnologie, gericht op het handhaven van het vereiste onderhoudsgedrag
van technische systemen. Hieronder vallen het ontwikkelen en verbeteren van
methoden voor registratie, rapportage, evaluatie en analyse en verbetering van
het onderhoudsgedrag (bedrijfszekerheid, onderhoudbaarheid, beschikbaarheid,
levensduurkosten) van technische systemen.
c)
De
onderhoudsengineering houdt zich bezig met de toepassing van methoden en
technieken voor realisatie van het gespecificeerde onderhoudsgedrag in relatie
tot de door de wetgever en gebruiker gestelde eisen.
Daarnaast staat de Specialisatie
open voor studenten die de keuze technische marketing maken. Deze studenten
volgen de verplichte technische marketing vakken. Afhankelijk van de
belangstelling van de student, wordt in overleg een (keuze)vakkenpakket
samengesteld, dat voldoende basis biedt om een afstudeeropdracht te kunnen
uitvoeren van voldoende diepgang op een commercieel aspect van het
onderhoudsmanagement.
Programma's
TH-ingenieur
TH-ingenieurs
Werktuigbouwkunde kunnen in elk van de Specialisaties een programma volgen van
95 SP. Deze programma's hebben een
nominale studietijd van ongeveer 2 ½ jaar. De verplichte vakken komen vergaand
overeen met het reguliere programma. Bij Ind.Org. zijn naast de mechanica- en
wiskundevakken nog enkele vakken uit het P/D1-programma verplicht (3 SP)
evenals een TH-versie van het Bedrijfspracticum; dit wordt elders
gecompenseerd. De overige Specialisaties kennen naast het afstuderen geen
aparte stage. Voor alle Specialisaties moet een literatuurscriptie of
gelijkwaardige onderzoekopdracht met een omvang van 8 SP worden uitgewerkt. De
omvang van de afsluitende afstudeeropdracht is 26 SP.
Onderdeel in studiepunten |
PT |
BM |
OK |
IO-wb |
OM |
Wiskunde / Mechanica |
23 |
23 |
23 |
23 |
23 |
P/D1 – vakken |
- |
- |
- |
3 1) |
- |
PTO – kernvakken |
14 |
14 |
14 |
7 2) |
7 2) |
PTO – Practicum |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
Verplichte vakken
Spec. 3) |
5 |
8 |
8 |
9 |
17 |
Keuzevakken 4) |
5 |
8 |
8 |
5 |
6 |
Stage of Eerste
Bedrijfspracticum 5) |
- |
- |
- |
6 |
- |
Onderzoekopdracht of
Scriptie 6) |
- |
8 |
8 |
8 |
8 |
Gecombineerde scriptie en ontwerp/onderzoekopdracht 7) |
14 |
- |
- |
- |
- |
Afstudeeropdracht |
26 |
26 |
26 |
26 |
26 |
Totaal in
studiepunten |
95 |
95 |
95 |
95 |
95 |
Opm. 1) Wb5100 en
WM0501
Opm. 2) Wb5420,
Wb5413B en WM0504
Opm. 3) zie het reguliere programma
Opm. 4) zie de lijst
van keuzevakken van het reguliere programma onder "Vakkenpakket PTO"
Opm. 5) gebaseerd op 1 SP voorbereiding, 7 x 2 dagen praktijk en rapportage 1 SP
Opm. 6)
Opm. 7)
Specialisatie |
Coördinator |
tel. |
Plaats |
Productietechniek |
6581/1603 |
blok 4 4e verd. |
|
Bedrijfsmechanisatie |
5207 |
blok 4 4e verd. |
|
Ontwerpkunde |
5729 |
blok 4 4e verd. |
|
Industriele Organisatie |
2711 |
blok 4 3e verd. |
|
Informatie
en aanmelden |
|||
Ind. Org. |
3302 |
blok 4 3e verd. |
|
7428 |
blok 4 3e verd. |
||
Secretariaat
PTO |
3152 |
blok 4 3e verd. |
|
6578 |
blok 4 3e verd. |
||
Onderhoudsmanagement Secretariaat |
4978 |
LR 10e
verd. |
|
5176 |
LR 10e
verd. |