-
De voorschriften van klassebureaus te
interpreteren en ze toe te passen voor het uitwerken van de constructie
in het grootspant van een schip, rekening houdend met de lokale sterkte
eisen en de langsscheepse buiging
-
Een gefundeerde keuze te maken met
betrekking tot het gebruik van hoogwaardig staal in het langsverband en
het toepassen van de voorschriften voor de vereiste materiaal
kwaliteiten
-
Een weloverwogen keuze te maken voor de
constructieve indeling in de grootspant doorsnede, wat betreft
verstijver systeem, spantafstanden, constructie details etc., door
mogelijke alternatieven uit te werken en zich te beraden op de invloed
ervan op het gewicht, de productie kosten etc.
-
De berekende constructie met details op
tekening weer te geven, gebruik makend van het tekenpakket NUPAS
-
Met behulp van de stijfheid en sterkte
principes de optredende spanningen (primair, regionaal lokaal en
samengesteld) te berekenen voor de dubbele bodem constructie, waarbij de
constructie moet worden gemodelleerd, inclusief keuze van de relevante
randvoorwaarden en belastingen lettend op de functionaliteit ven het
betreffende onderdeel
-
Het begrip risico wordt geďntroduceerd en
geadstrueerd met een aantal voorbeelden, waarbij de aspecten aard, ernst
en omvang worden toegelicht
-
De relatie tussen subjectief en objectief
risico wordt toegelicht
-
De levenscyclus van technische systemen
wordt toegelicht en als basis gebruikt om de verschillende typen
risico’s in de fasen van die cyclus te behandelen
-
Het hazard-barrier-target model wordt
geďntroduceerd als basis voor veel technieken en inzichten; enkele van
die afgeleide technieken, zoals de “probleem oplossende cyclus” worden
ook behandeld
-
Als bronnen van risico wordt niet alleen
falen van technische systemen behandeld maar ook falen in de interacties
tussen mens, machine en omgeving.
-
Verkennen van de verschillende manieren
waarop begrippen als verantwoordelijkheid en morele of maatschappelijke
verantwoordelijkheid in het taalgebruik gehanteerd worden.
-
Kennis maken met verschillende opvattingen
over de verantwoordelijkheid van ingenieurs
-
Overzicht geven over de inhoud van de
leergang
-
Inzicht hebben in de inhoud, en mogelijke
functies van beroepscodes.
-
Morele principes in beroepscodes kunnen
herkennen.
-
Kunnen reflecteren op de vraag hoe
omgegaan moet worden met situaties waarin verschillende bepalingen uit
beroepscodes met elkaar botsen of onvoldoende uitsluitsel geven voor de
betreffende situatie.
-
Inzicht hebben in de barričres die
ingenieurs veelal ondervinden in de beroepspraktijk als ze verantwoord
willen handelen, in het bijzonder moeten studenten inzicht hebben in de
wettelijke bevoegdheden en plichten van ingenieurs, en spanningen tussen
deze en beroepscodes.
-
Kunnen reflecteren op de vraag in hoeverre
zelfregulering met betrekking tot ethische kwesties door ingenieurs
mogelijk en wenselijk is
-
Inzicht hebben in de verschillen en de
overeenkomsten tussen de ingenieursprofessies en meer traditionele
professies zoals artsenij en de advocatuur.
-
Het kunnen reflecteren op de vraag in
hoeverre op basis van risicoanalyses conclusies getrokken kunnen worden
over de ethische aanvaardbaarheid van risico’s;
-
Het kennen van verschillende bestaande
methoden voor de maatschappelijke regulatie en acceptatie van risico’s
en gevaren kennen, inclusief de toepassing in concrete situaties;
-
Het kunnen reflecteren op de ethische
aspecten van deze methoden, in het bijzonder op de vraag hoe en door wie
bepaald mag worden of een bepaald risico of gevaar acceptabel is,
-
Studenten moeten de vier modellen
(corporatief, hiërarchisch, collectief, individueel) voor het verdelen
van aansprakelijkheid binnen organisaties kunnen omschrijven en
toepassen op concrete voorbeelden, ihb mbt de ontwerpcontext;
-
Studenten krijgen inzicht in de
mogelijkheden en beperkingen van deze vier modellen en kunnen
reflecteren op de vraag in hoeverre deze mogelijkheden en beperkingen
fundamenteel dan wel praktisch van aard zijn.
-
Studenten kunnen reflecteren op een
wenselijke verdeling van verantwoordelijkheden in de technische
ontwerpcontext, in het bijzonder moeten ze kunnen reflecteren op de
aanvaardbaarheid en wenselijkheid van de vier modellen voor verdeling
van aansprakelijkheid in organisaties tegen de achtergrond van:
-
Hun ethische aanvaardbaarheid
-
Hun effectiviteit om maatschappelijk
ongewenst gedrag van organisaties tegen te gaan of te verminderen.
-
Het omschrijven van de vier modellen
(corporatief, hiëarchisch, collectief, individueel) voor het verdelen
van aansprakelijkheid binnen organisaties en het kunnen toepassen van
deze modellen op concrete voorbeelden
-
Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden en
beperkingen van de vier modellen en het kunnen reflecteren op de vraag
in hoeverre deze mogelijkheden en beperkingen fundamenteel dan wel
praktisch van aard zijn.
-
Kunnen reflecteren op een wenselijke
verdeling van verantwoordelijkheden in de technische ontwerpcontext, in
het bijzonder moeten ze kunnen refelcteren op de aanvaardbaarheid en
wenselijkheid van de vier modellen voor verdeling van aansprakelijkheid
in organisaties tegen de achtergrond van hun ethische aanvaardbaarheid
en hun effecticiteit om maatschappelijk ongewenst gedrag van
organisaties tegen te gaan of te verminderen.
-
Het verkrijgen van een groter besef van de
historische groei en de huidige maatschappelijke rol van organisaties in
de samenleving en van de relatie van deze ontwikkeling met techniek
-
Opdoen van kennis van het onderscheid
tussen strikte en voorwaardelijke aansprakelijkheid, de ethische
principes die daaraan te grondslag liggen en het besef verkrijgen van de
relevantie van dit onderscheid voor de diverse soorten wetgeving waar
maritieem ingenieurs in het ontwerpen mee te maken hebben.
-
Besef verkrijgen van de feitelijke invloed
van het recht op de ontwikkeling van techniek en ondernemingsgewijze
productie; in het bijzonder waar die invloed verloopt middels het
verschijnsel (private) rechtspersoon en middels het regelen van
aansprakelijikheid voor onregelmatige daden.
- Besef verkrijgen van de doelbewuste veranderbaarheid
van het recht om techniekontwikkelinmg en -gebruik in maatschappelijk
juiste banen te leiden (wederom i.h.b. met betrekking tot
aansprakelijkheid)