T r a n s p o r t t e c h n i e k  -  B a g g e r t e c h n i e k

 

Hoogleraar Prof.ir.W.J.Vlasblom; 6529
Grootschalige Transportsystemen Prof.ir.J.C.Rijsenbrij; deeltijd, 6573
Vakgebied Transporttechniek Dr.Ir.A.W.Gerstel; 6706
Contactpersonen Baggertechniek Dr.Ir.V.Matoušek, Baggertechniek; 3717
Ir.J.F.W.Joustra, Tunnelboortechniek; 6633

Beschrijving van de sectie
De sectie is gericht op het ontwerp en operationeel gebruik van overwegend grotere werktuigen. In grote lijnen zijn dit de werktuigen voor het losmaken, verwijderen en verder transporteren van natte grond, bagger en slib. Werktuigen voor het transport, de opslag, de overslag en de veredeling van stortgoed. Werktuigen en installaties voor de overslag, het transport en de verdere distributie van containers en kleinere ladingeenheden. En werktuigen die gebruikt worden op of in relatie met offshore platforms. Naast specifiek werktuigkundige aspecten is het uitgangspunt bij het ontwerp van dergelijke constructies een maximale efficiency van het proces waarin het werktuig functioneert.
Ook het gebied van de grootschalige Transportsystemen maakt deel uit van de sectie. Hier staat centraal de samenhang tussen de veschillende transportschakels in een transportketen en de aansluiting tussen de vervoermiddelen met het oog op een integrale beheersing van de goederenstromen.
Er zijn aanraakvlakken met andere vakgebieden. Zo spelen civieltechnische aspecten een rol bij het graven van tunnels en het baggeren van havens. Bij offshore activiteiten zijn maritieme karakteristieken als wind en zeestroming van invloed. Voor wat betreft de overslag en de distributie van goederen zijn logistieke randvoorwaarden mede bepalend voor het ontwerp. En niet in de laatste plaats is de invalshoek van de mechatronica onontbeerlijk geworden voor een beheerste verplaatsing en positionering van goederen bijvoorbeeld bij ondergronds transport.

Het ontwerpen van en werken met de kapitaalintensieve werktuigen als genoemd is een boeiend beroep met uitstekende perspectieven in verschillende vakgebieden.
De sectie kent de specialisaties
Baggertechnologie en Transporttechniek.

  B a g g e r t e c h n i e k

Van alle specialisaties van de studie werktuigbouwkunde komt Baggertechnologie het dichtste bij de civiele techniek. Het aandachtsgebied bestaat grofweg uit materieel dat wordt gebruikt bij het bouwen van civieltechnische constructies. Dat kunnen baggerwerktuigen, tunnelboormachines of werktuigen voor het bouwen van offshore constructies zijn. De specialisatie Baggertechnologie is dus sterk toepassingsgericht. Vrijwel alle fundamentele vakgebieden uit de werktuigbouwkunde, zoals mechanica, meet- en regeltechniek en stromingsleer, worden ingezet bij het oplossen van concrete vraagstukken. Bovendien spelen ook onderwerpen uit de civiele techniek, met name de grondmechanica een belangrijke rol. Er is sprake van een brede werktuigkundige opleiding in zeer praktijkgerichte toepassingen.

Baggerwerktuigen worden onder meer ingezet bij de aanleg van havens, bij het op diepte brengen en houden van waterwegen en voor het maken van sleuven voor offshore-pijpleidingen. Ook wordt baggermaterieel gebruikt voor landaanwinningsprojecten, zoals bijvoorbeeld de tweede Maasvlakte of een eventuele zeelocatie voor de uitbreiding van Schiphol. Nederland is op het gebied van het baggeren de wereldleider: Nederlandse baggermaatschappijen voeren werken uit over de gehele wereld. De sectie Bagger- en transporttechniek speelt een belangrijke rol op het gebied van universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek voor de Nederlandse baggerindustrie.

Het boren van tunnels is voor Nederland interessant vanwege de mogelijkheid om met deze techniek sleufloos, dus zonder graafwerkzaamheden aan de oppervlakte, ondergrondse infrastructuur aan te leggen. Daarom is de laatste jaren grote interesse ontstaan in het boren van tunnels in de relatief lastige Nederlandse bodem. De sectie richt zich op de werktuigkundige aspecten van de tunnelboortechniek: de tunnelboormachine met de bijbehorende ondersteunende installaties.

Programma specialisatiestudie

De specialisatiestudie bestaat uit twee soorten activiteiten. In de eerste plaats moet er voor bepaald aantal studiepunten aan vakken worden gevolgd. Dit zijn zowel verplichte als keuzevakken. Het precieze aantal is afhankelijk van het gevolgde programma (vier- of vijfjarige opleiding, TH-programma). De samenstelling van de vakkenlijst gebeurt in overleg met één van de contactpersonen binnen de sectie.

Het tweede deel van de studie bestaat uit een aantal opdrachten op het gebied van de gekozen afstudeerrichting. Achtereenvolgens is er de scriptie of laboratoriumopdracht, de praktijkstage en de tweedelige afstudeeropdracht. Bij deze onderdelen heeft de student de mogelijkheid zichzelf echt te verdiepen in een bepaald onderwerp en zijn eigen initiatief en creativiteit te gebruiken om tot een interessant resultaat te komen. Opdrachten zijn sterk praktijkgericht. Het gaat meestal om de toepassing van fundamentele proceskennis bij het oplossen van zeer concrete problemen. Vaak gebeurt dit als onderdeel van grotere onderzoeksprogramma’s en/of in samenwerking met het bedrijfsleven.

Hieronder wordt aangegeven hoe de studielast over de studie is verdeeld.

Fase 5-jarig 5-jarig TH
vakken W&I ³ 6 TH-programma 21
M ³ 6 rest 32
F ³ 6  
O&C ³ 6
Totaal: 43 Totaal: 53
scriptie/ lab. opdracht   10

--

stage   10
afstuderen   42   42
Totaal   105   95

In onderstaande tabel zijn de volgende afkortingen gebruikt voor de categorieën vakken waaruit een minimum aantal punten in het vakkenpakket moeten worden opgenomen (de vormeis):

Samenstelling van het vakkenpakket

Bij de samenstelling van het vakkenpakket is sprake van een aantal verplichte vakken en een aantal keuzevakken die samen het gevraagde aantal studiepunten opleveren. Bovendien moet de totale lijst (dus inclusief de keuzevakken) voldoen aan de vormeis die door de faculteit wordt gesteld. Deze vormeis heeft betrekking op het minimum aantal studiepunten dat in een viertal categorieën moet worden behaald. Voor TH-ingenieurs geldt deze eis niet en wordt het vakkenpakket in overleg met de hoogleraar afgestemd op de gevolgde vooropleiding.

Verplichte vakken

De volgende vakken worden bij de specialisatie Baggertechnologie verplicht gesteld (alle gegeven studiepunten gelden voor het vijfjarige programma):

Vakcode Vaknaam Stp. college-uren categorie
of: ctme2090 Grondmechanica 4 blok 5 F
mp3780 Soil mechanics I 2 0/4/0/0 F
  mp3790 Soil mechanics II 2 0/2/2/0 F
  ctip4790 Ondergronds bouwen 3T blok 1 O&C
of: et31-71 Elektrische aandrijvingen 2,5 0/0/3/0 F
wb2402 Hydraulische servosystemen 2 2/2/0/0/0 F/O&C
  wb1305 Stijfheid en sterkte 3B 1 0/0/0/2/0 F
  wb1307 Dynamica 3B 1 0/0/0/0/2 F
  wb1422A Stromingsleer voortgezette cursus 2 2/2/0/0/0 F
  wb3413 Baggerprocessen 1 2,5 2/2/0/0/0 F
  wb3414 Baggerprocessen 2 2,5 0/0/0/2/2 F
  wb3408B Ontwerpen baggerwerktuigen 2B 0/0/0/2/2 O&C
  wb3411 Tunnelboormachines 1T 0/0/0/0/2 O&C

..B : alleen verplicht voor de afstudeerrichting baggertechniek
..T : alleen verplicht voor de afstudeerrichting tunnelboortechniek

Advieslijst keuzevakken

De verplichte vakken moeten worden aangevuld met keuzevakken om aan het minimum totaalaantal studiepunten te komen. Hieronder worden een aantal vakken gegeven die, afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting, interessant zijn voor de specialisatie Baggertechnologie. Benadrukt moet worden dat dit slechts een advieslijst is. Ook vakken die niet in deze lijst zijn opgenomen kunnen gekozen worden. Voor informatie over deze en andere vakken kan de ‘Gids’ van de TU Delft worden gebruikt waarin een korte beschrijving van alle aan de TU te volgen vakken wordt gegeven (verkrijgbaar bij het hoofdgebouw). De definitieve vakkenlijst moet overigens worden goedgekeurd door een contactpersoon van de sectie.

Vakcode Vaknaam Stp. college-uren categorie
aa4 Waterrecht 2 0/0/4/0 M
aa7 Technisch milieurecht 2 2/2/0/0 M
aa8 Octrooirecht en octrooibeleid 2 0/4/0/0 M
ctbd3980 Uitvoering civieltechnische werken 3 blok 3 M/O&C
ctwa3030 Funderingstechniek 2 blok 2 O&C
ctwa3320 Grondwatermechanica en –stroming 3 blok 4 F
ctwa4300 Inleiding kustwaterbouwkunde 3 blok 2 F
ctwa5305 Waterbouwkundige kunstwerken B.O. 1 0/0/0/2 O&C
mt512 Weerstand en voortstuwing 1 2 2/2/0/0/0 F/O&C
mt513 Beweging en sturen 1 2 0/2/0/2/0 F
mt714 Bijz.onderw. grootschalige enkelproduktie 1 0/0/0/0/2 O&C
mt715 Reparatie, onderhoud en berging 1 0/2/0/0/0 M
mt716 Kwaliteitsbeheersing 1 2/0/0/0/0 O&C
mp1700 Ingenieursgeologie 1,5 0/0/0/3 F
wb1421A Reologie 2 0/0/0/2/2 F
wb2302/5 Regeltheorie 5 0/0/0/4/0 F
wb2303 Meettechniek 2 0/0/0/2/2 F
wb2307 Signaalanalyse 3 0/0/0/4/0 F
wb3300/5 Ontwerpleer 3D 1 2/0/0/0/0 O&C
wb3406A/5 Transporttechniek A 2,5 2/2/0/0/0 O&C
wb3406B/5 Transporttechniek B 2,5 0/0/0/2/2 O&C
wb3412 Stortgoed en werktuigen 2,5 0/0/0/2/2 O&C
wb4300B Inleiding pompen en compressoren 1 0/0/0/2/0 F
wb4301B Inleiding zuigerverbrandingsmotoren 1 0/2/0/0/0 F/O&C
wb4401 Deeltjestechnologie-W 2 2/2/0/0/0 F
wb5407 Mechanismen 2 0/0/0/2/2 F
wb5415/5 Onderhoudsmanagement 1,5 2/2/0/0/0 M
wi212 Numerieke analyse C1 (2/2/0/0 òf 2/2/0/0) 3 2/2/2/2 W&I
wi260 Continuüm mechanica I 3 0/0/4/0 W&I
wi360 Continuüm mechanica II 3 0/0/3/0 W&I
wi394 Toegepaste statistiek B 3 0/0/2/2 W&I
wi413 Numerieke analyse C2 3 2/2/0/0 W&I
wi414 Numerieke stromingsleer B 4 0/0/2/2 W&I
wi426 Inleiding partiële differentiaalvergelijkingen 3 2/2/0/0 W&I
x3CT1 Offshore morfologie 1* 2/0/0/0 F
x3CT3/g16 Offshore ontwerp en uitvoering 2* 0/3/3/0 O&C
x2MT1 Offshore hydromechanica 2* blok 1/2 F

 

Container Terminal

  T r a n s p o r t t e c h n i e k

De specialisatie Transporttechniek omvat het beheerst behandelen en verplaatsen van goederen. Meer in het bijzonder de overslag, de opslag, het verdere vervoer en de distributie van containers, kleinere ladingeenheden en stortgoed. Tot het vakgebied behoren ook het ontwerp en de behandeling van grotere objecten in de offshore, de veredeling van stortgoed bijvoorbeeld bij kolencentrales, en de verplaatsing van personen in specifieke situaties bijvoorbeeld met liften.
Zowel typisch werktuigkundige als operationele overwegingen bepalen het ontwerp en de uitvoeringsvorm van het werktuig. Daarbij zijn automatisering, besturing en uitwisseling van informatie eveneens belangrijke aspecten.
Het onderwijs betreft het concipiëren van de werktuigen en installaties binnen het vakgebied waarbij meerdere basisvakken uit de opleiding worden toegepast. Aan de hand van een staat van eisen worden de functies gedefinieërd die het werktuig moet vervullen. Vervolgens worden in een fase van creativiteit meerdere concepten bedacht en beoordeeld op basis van nader te formuleren criteria. Het gekozen concept wordt in een aantal itererende stappen verder uitgewerkt tot een constructie waarbij berekeningen worden uitgevoerd voor het analyseren, voorspellen en optimaliseren van het werktuig voor wat betreft opbouw, dynamische gedrag en functioneren. Dit alles valt onder het begrip ontwerpen, een activiteit die krachtig wordt ondersteund door pakketten als Matlab, Ansys, Adams en het tekenpakket Pro-Engineer. Het pakket Adams wordt gebruikt voor de dynamische analyse en de "virtual prototyping" van de concepten.
In de afstudeerperiode wordt voorgaande beoefend in de vorm van een aantal verschillende opdrachten. De doctoraalopdracht wordt doorgaans in een bedrijf uitgevoerd. Initiatieven van studenten om zelf een stageplaats te verwerven worden toegejuicht, echter de beslissing over de plaatsing blijft voorbehouden aan de studie-coördinator.
Er wordt nauw samengewerkt met het bedrijfsleven. de overheid en niet in de laatste plaats met de onderzoekschool TRAIL (TRAnsport Infrastructuur en Logistiek). Voor een indruk van de studenten-opdrachten is er een overzicht van de rapporten op Internet beschikbaar.

  G r o o t s c h a l i g e      T r a n s p o r t s y s t e m e n

De specialisatie Grootschalige Transportsystemen is nauw verwant met de specialisatie Transportechniek. In dit vakgebied wordt de samenhang beschouwd tussen de verschillende schakels in een transportketen en de aansluiting tussen de verschillende vervoermiddelen met het oog op een integrale beheersing van de goederenstroom. Voor wat betreft de aansluiting tussen de vervoermodaliteiten staat met name centraal de knooppunttechnologie. Het onderzoek is gericht op verbeteringen op het gebied van gecombineerd vervoer en op de innovatie van transportsystemen.

Onder verantwoordelijkheid van de studie-coördinator en in overleg met de aankomende hoofdvakstudent wordt de vakkenlijst samengesteld aan de hand van onderstaande tabel. Deze lijst bestaat uit verplichte en keuzevakken. Ook vakken die niet in de tabel voorkomen kunnen eventueel in de lijst worden opgenomen. Deze procedure geldt voor beide voorgaande specialisaties.
Verder heeft de student de mogelijkheid het studieprogramma meer specifiek te richten op het gebied van de offshore en de mechatronica. In dat geval wordt in overleg met de studie-coördinator, en voor zover gewenst met vertegenwoordigers van genoemde gebieden, een vakkenlijst samengesteld met een gewijzigd pakket verplichte vakken.
Pas na het behalen van het basis doctoraal examen worden studenten officieël toegelaten tot het hoofdvak. Echter een voorlopige inschrijving met vakkenlijst is mogelijk en wordt ook aangeraden wanneer het basis programma zover is afgewerkt dat er ruimte is om vakken uit de doctoraalfase te volgen. Voor verdere informaties kunt u contact opnemen met dr.ir. A.W.Gerstel, studie-coördinator, blok III, kamer 212, tel: 015-2786706.

Verplichte vakken en oefeningen

 

Studiepunten

Vakcode Vaknaam

College-uren

Verplicht

Keuze

cluster 1: >=6 studiepunten uit onderstaande Wiskunde en Informatica vakken

wi425 Niet-lineaire differentiaal vergelijkingen

0/0/0/3

-

1,5

wi494 Digitale simulatie A (keuze uit 4/0/0/0 of 0/0/4/0   practicum 25 uur)

4/0/4/0

-

3

in442 Technical software engineering

0/4/0/0

-

3

wi212 Numerieke analyse C1 (keuze uit 2/2/0/0 of 0/0/2/2  practicum 30 uur)

2/2/2/2

-

3

wi413 Numerieke analyse C2 (practicum 30 uur)

2/2/0/0

-

3

cluster 2: >=6 studiepunten uit onderstaande Maatschappij vakken

bb4 Industriële organisatie A

4/0/0/0/0

-

2

bb5 Industriële organisatie B

0/0/0/4/0

-

2

gg16 Wetenschapsfilosofie

0/0/0/2/2

-

2

kk1 Geschiedenis der techniek

2/2/0/0/0

-

2

mt311 Scheepvaart en exploitatie van schepen

4/0/0/0/0

-

2

vk1 Inleiding veiligheidskunde

0/4/0/0/0

-

2

wb5305 Manager en informatie

0/2/0/0/0

-

1

wb5415/5 Onderhoudsmanagement

0/2/0/0/0

-

2

z10 Elementaire bedrijfseconomie

2/0/0/0/0

-

1

z11 Kosteninformatie

0/2/0/0/0

-

1

cluster 3: >=15 studiepunten uit onderstaande Fundamentele vakken

et05-30 Electronische Instrumentatie I

0/0/4/0

-

2.5

et05-31 Sensoren

0/3/0/0

-

2,5

et11-34 Robotbesturingssytemen

0/0/2/0

-

1.5

et11-38 Mechatronisch ontwerpen

0/0/0/2

-

2

et13-31 Elektrische Machines (practicum 20 uur via et13-31p)

0/0/3/0

-

2.5

et13-71 Electrische aandrijvingen (practicum 20 uur)

0/0/3/0

2,5

-

mk17 Lastechnieken

0/2/2/0

-

2

tn401 Electriciteit en magnetisme

2/2/0/0

-

2

wb1305 Stijfheid en sterke 3B

0/0/0/2/0

1

-

wb1307 Dynamica 3B

0/0/0/0/2

1

-

wb1406 Experimentele mechanica

0/0/0/2/2

-

2

wb1413 Multi Body Dynamics

0/0/0/2/2

2

-

wb2307 Signaalanalyse

0/0/0/4/0

-

3

wb2302/5 Regeltheorie

0/0/0/4/0

-

5

wb2303 Meettechniek

0/0/0/2/2

-

2

wb2305 Digitaal regelen

0/0/0/0/4

-

2

wb2306 Cybernetische ergonomie

0/0/0/0/4

-

2

wb2402 Hydraulische servo systemen

2/2/0/0/0

-

2

wb5303 Inleiding tribologie

4/0/0/0/0

-

2

cluster 4: >=24 studiepunten uit onderstaande Toegepaste vakken

e18 Ondergronds bouwen

0/0/3/0

-

3

wb1415 Ontwerpleer 3E ( materiaalkeuze bij ontwerp)

0/0/0/2/0

-

1,5

wb3300/5 Ontwerpleer 3D

0/0/0/2/0

1,5

-

wb3400 Automobieltechniek

0/0/0/2/2

-

2

wb3402A Railvoertuigtechniek

2/2/0/0/0

-

2

wb3406A/5 Transporttechniek A

2/2/0/0/0

2,5

-

wb3406B/5 Transporttechniek B

0/0/0/2/2

2,5

-

wb3407A/5 Logistiek: introduktie

0/0/0/2/2

2,5

-

wb3407C/5 Logistiek: modelvorming en simulatie

4/0/0/0/0

2,5

-

wb3410 Grootschalige transportsystemen

0/0/0/2/0

1

-

wb3412 Stortgoed en werktuigen

0/0/0/2/2

2,5

-

wb5306 (of in395/6) Inleiding CAD

2/0/0/0/0

1

-

in395/6 (of wb3506) Pro-Engineer (2 blokken na opgave bij CT)

2 blokken

1

-

wb5407 Mechanismen

2/2/0/0/0

-

2

wb5414 Ontwerpen van machines en mechanismen

2/2/2/0/0

-

2

wbp030 Ontwerpoefening

-/-/-/-

3

-

ot4620 Offshore hydromechanics (blokken I en II bij CT)

Blok I en II

-

2

ot4651 Bottom structures (blokken III en IV bij CT)

Blok III & IV

-

4

ot4652 Floating structures (blokken III en IV bij CT)

Blok III & IV

-

3

ot4653 Subsea engineering (blok IV bij CT)

Blok IV

-

3

ot4661 Offshore movings (blok IV bij CT)

Blok IV

-

3

 

Programma voor reguliere studenten Werktuigbouwkunde

De verplichte vakken moeten in ieder geval worden gevolgd. Daarnaast moet het aantal gekozen vakken per cluster qua studielast aan een minimum aantal studiepunten voldoen. Verder moeten opdrchten worden gedaan.

Studielast van de vakken en opdrachten in studiepunten:

Vakken 51
Practisch werk 10
Scriptie 9+1
Ontwerp-opdracht 8
Experimentele of computeropdracht 9
Doctoraalopdracht 17
Totaal opdrachten 54
Totaal 105

Bij de opdrachten staat het vakgebied van de Transporttechniek centraal. Echter naar wens kan het zwaartepunt worden gelegd bij de Offshore, de Mechatronica of de Grootschalige Transportsystemen.
Het studieprogramma kent twee voordrachten. De eerste is naar aanleiding van de scriptie waarbij de scriptie telt voor 9 punten en de voordracht voor 1 punt.

De tweede voordracht is naar aanleiding van de doctoraalopdracht en wordt voorafgaand aan het ingenieursexamen gehouden.
Het practisch wordt vaak met de doctoraalopdracht gecombineerd.

Programma voor afgestudeerde TH-ingenieurs Werktuigbouwkunde.

Uitgangspunt is ook hier bovenstaande vakkentabel. De afstudeerperiode begint met een blok wiskunde en mechanica. Dit blok omvat 21 studiepunten en wordt in augustus/september gegeven. Het is bedoeld om de TH-student aan het begin van de afstudeerperiode eenzelfde uitgangspositie te geven als de reguliere TU-student.
De vakken wb5306 en wbp030 uit cluster 4 zijn niet verplicht en praktisch werk à 10 studiepunten hoeft niet te worden gedaan.
De verplichte vakken, uitgezonderd de twee genoemde vakken, moeten in ieder geval worden gevolgd. Voorts moet het aantal vakken per cluster qua studielast aan een minimum aantal studiepunten voldoen. De aard en de omvang van de opdrachten, met een totaal van 27 studiepunten, worden in overleg met de staf vastgesteld. Dit kan leiden tot één geïntegreerde opdracht betreffende één onderwerp, bestaande uit een scriptie-deel en/of een computer-deel en/of een experimenteel deel, en in ieder geval het doctoraal deel. Andere combinaties zijn ook denkbaar. Bijvoorbeeld een scriptie- en computeropdracht over een bepaald onderwerp tot een maximum van 10 studiepunten, en een doctoraalopdracht over een ander onderwerp. De doctoraalopdracht heeft tenminste een omvang van 17 studiepunten. Naar aanleiding van de doctoraalopdracht wordt op de dag van het ingenieursexamen en voorafgaand aan dit examen een voordracht gehouden.

Voorgaande is samengevat in onderstaand schema, waarbij voor de vakken het minimum aantal studiepunten is vermeld.

Studielast van de vakken en opdrachten in studiepunten:

Blok Wiskunde en Mechanica 21
Cluster 1: Wiskunde en Informatica 6
Cluster 2: Maatschappijvakken 6
Cluster 3: Fundamentele  vakken 15
Cluster 4: Toegepaste vakken 20
Studiepunten vakken 68
Praktisch werk vervalt 10
Opdrachten in overleg 27
Totaal studiepunten 105

Bij de toelating tot de specialisatiestudie wordt in overleg met de contactpersoon de vakkenlijst opgesteld alsmede een planning van de vakken en de opdrachten over de gehele afstudeerperiode. Verdere informaties op de homepage van de specialisatie Transporttechniek en bij ondergetekende.
A.W.Gerstel, blok III, kamer 212, tel: 015-2786706.